donderdag 26 september 2013

Spanje en zijn recente verleden




Bij ons verschijnen er n.a.v. de herdenking van de groote oorlog tientallen boeken over de loopgravenoorlog, zowel fictie als non fictie. In Spanje gebeurt hetzelfde over de bewogen periode van de burgeroorlog en de vreselijke jaren daarop tijdens de tweede wereldoorlog en de daaropvolgende dictatuur onder Franco. De toevloed aan literaire werken over deze periode of die zich tegen de achtergrond ervan afspelen is al een tijdje bezig en stilaan bereiken de vertalingen onze boekhandels en bibliotheken.  Het bekendst zijn de boeken van Carlos Ruiz Zafon met De schaduw van de wind, het Spel van de Engel en De Gevangene van de Hemel. Het laatste boek speelt zich nagenoeg volledig af in Franco’s  gevangenis in Barcelona.

Pas nu, nu Spanje al even weer een democratie is, wordt het tijdsgewricht van de terreur literair verbeeld. Voorheen leek dat moeilijk omwille van de censuur of omdat de wonden nog niet geheeld waren. Nu de ooggetuigen er niet meer zijn lijkt er wel ruimte om het verleden te verwerken via de weg van de literatuur. Wonden zijn er dan ook genoeg. Het verhaal van de periode is genoegzaam bekend: na verkiezingswinst in 1931 voor links wordt en wordt de republiek uitgroepen. De lont van de burgeroorlog wordt aangestoken wanneer een militaire staatsgreepgrotendeels mislukt. Vanaf dan zijn er twee allerminst homogene blokken. Ter rechterzijde vechten monarchisten, katholieken, nationalisten het oude militaire establishment, facistische falangisten en de oude landadel. Ter linkerzijde republikeinen, socialisten en communisten, gesteund door de USSR en de internationale brigades, voornamelijk ideologische avonturiers. De rechterzijde wordt gesteund door Hitler en Mussolini die massaal manschappen en materieel leveren.  De linkerzijde valt uiteindelijk uiteen in diverse ideologische kampen en zal het onderspit delven, waarna  generaal Franco en de falangisten een brutale en repressieve dictatuur instellen. De burgeroorlog en de repressie die erop volgt zal naar schatting aan 800.000 mensen het leven kosten.

Antnio Munoz Molina situeert zijn roman eind 1936. De Spaanse architect Abel Ignacio arriveert in Amerika als vluchteling/artist in residence, zijn vrouw en kinderen achterlatend. Hij is zijn land ontvlucht omdat de politieke toestand er steeds grimmiger werd en hij als republikeinse toparchitect geviseerd werd door de aan de macht komende falangisten. Tijdens de rit kijkt hij terug op zijn relatie met een Amerikaanse studente en aan de sociale spanningen en verwarring die voorafgingen aan de uitbraak van de Spaanse Burgeroorlog. Op het einde van het boek zal zijn geliefde als lid van de internationale brigades naar Spanje terugkeren. 

Het lot van die Brigadisten komt aan bod in de “historische spionageroman” Winter in Madrid van CJ Sansom. De burgeroorlog is inmiddels afgelopen. Franco is aan de macht maar de jarenlange burgeroorlog hebben de bevolking gedemoraliseerd en het land kapot en verpauperd achtergelaten. Dat is meteen de reden waarom Franco zijn vrienden Hitler en Mussolini  niet ter hulp kan komen, hoezeer hij dat ook zou willen. De Britse ambassadeur probeert dat hardnekkig zo te houden. Een Britse zeeblokkade houdt Spanje arm en elke gebeurtenis die Spanje economisch minder afhankelijk maakt van het buitenland wordt met argusogen bekeken. In die sfeer wordt Harry Brett als oorlogsveteraan door de Britse geheime dienst gevraagd om het vertrouwen te winnen van zijn oude schoolvriend Sandy Forsyth, die ervan wordt verdacht louche contacten te onderhouden met de Spaanse falangisten. Met enige tegenzin begeeft Harry zich naar het corrupte Madrid en ontmoet daar Sandy en diens vriendin Barbara Clare. Barbara heeft haar eigen geheim. Zij is op zoek naar haar vroeger minnaar, de charismatische Bernie Piper, die met de Internationale Brigades vocht tegen de facisten. Hij wordt vermist maar blijkt in een geheim concentratiekamp te zitten voor republikeinse krijgsgevangenen.  De politieke context en een deel van de personage zijn gebaseerd op ware feiten. Het spionageverhaal niet, maar zijn beschrijving van de geheime concentratiekampen van Franco werpt hij zelfs nieuw historisch licht op de Spaanse burgeroorlog. 

Eén van de beste boeken die ik over dit thema las, is echter De stemmen van de Pamano van Jaume Cabré. Deze complexe roman over een leraar in een bergdorpje in de Pyreneeën speelt zich af in de periode van de jaren ‘44 tot 2002. De leraar in kwestie is een slachtoffer van zijn tijd. Het dorp waar hij lesgeeft loopt langs een belangrijke smokkelroute voor verzetslieden. Hij wordt ingelijfd door de Falange waardoor zowat alle dorpsbewoners hem mijden als de pest. Zelfs zijn vrouw verlaat hem – zwanger zijnde – omwille van zijn vermeende facistische sympathieën. Maar tegelijkertijd wordt hij gerecruteerd door het nog sluimerende linkse verzet waar hij hand- en spandiensten aan moet verlenen.  Wanneer in 2002 iemand zijn verborgen memoires terugvindt krijgt de geschiedenis misschien haar rechten terug. Zijn twee rollen heeft hij amper zelf of vrijelijk gekozen. Hij rolt er gewoon in. Cabré weeft er net als Molina ingenieus een liefdeshistorie doorheen, maar eigenlijk gaat dit boek over moraal, over hoe aartsmoeilijk morele keuzes in oorlogstijd zijn en hoe de geschiedenis je overkomt. Cabré schreef hiermee een prachtboek. 

Boeken:
Carlos Ruiz Zafon - De Schaduw van de Wind, Het Spel van de Engel en De Gevangene van de Hemel, uitgegeven bij AW Bruna
 CJ Sansom - Winter in Madrid, De Fontein, 2010
Antonio Munoz Molina - De Nacht der tijden,  De Geus, 2011
 Jaume Cabré – De stemmen van de Pamano, Signature, 2007

dinsdag 3 september 2013

Zwaarbewaakte treinen

Ik ben de zoon van een treinbestuurder. Heel mijn jeugd gingen wij op reis met de slaaptrein. Nog steeds reis en pendel ik graag met de trein. Ik hou van lezen op en over treinen. Het toeval wou dat er deze zomer in De Standaard der Letteren een reeks stond over iconische schrijversplekken: katheralen, bergen, boten ... en treinen. In het artikel werd een boek vermeld van de Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal. Het moet van mijn studententijd geleden zijn dat ik nog eens iets van hem heb gelezen. Dat waren o.a. zijn novelles “Al te luide eenzaamheid” over de papierversnipperaar Hanta die het leven nogal filosofisch bekijkt en “De tedere barbaar” over het Praagse bohemienmilieu in de jaren '50. Het boek dat in DSL werd aangeprezen heette “Zwaarbewaakte treinen” en kende ik niet. Treinen, WOII en Hrabal: die combinatie moet ongetwijfeld fraaie lectuur opleveren, dus repten wij ons naar De Bib.

Zwaarbewaakte treinen gaat over de jonge spoorwegbediende Milosh Hrma die dienst loopt in een klein spoorwegstationnetje ergens op het Tsjechische platteland. Er stoppen maar een paar treinen per dag en voor de rest houden de bedienden zich bezig met wat onderhoud of werk aan wissels en seinen. De atmosfeer is die van elke werkvloer waar mensen teveel tijd hebben: er is wat achterklap en naijver, de chef houdt zich bezig met zijn hobby, er zijn al of niet gewenste intimiteiten... De routine wordt enkel verstoord door een perronchef die een schandaaltje veroorzaakt als hij de stationsstempel gebruikt op de poep van de telegrafiste. Het enige wat aan het idyllische stationsleven ongewoon is, is de tijd waarin het verhaal zich afspeelt: 1945.

Maar er is nog meer aan de hand. Milosh komt terug in dienst na drie maanden revalidatie na een zelfmoordpoging. De redenen daarvoor kom je gaandeweg te weten: een nogal extreme vorm van zelftwijfel. Hrabal leidt zijn verhaal naar een climax als steeds meer zwaarbewaakte Duitse treinen het station passeren: treinen vol gewonden die van West naar Oost rijden en treinen vol verse troepen, munitie en tanks van Oost naar West. De perronchef en de jonge Milosh besluiten een van die treinen te saboteren...

Het boek is echt een parel: zowel hilarisch als diep tragisch, meesterlijk verteld met veel ironie en scherpe humor en uiterst compact geschreven. Het is een novelle van nog geen 100 pagina's, zowat het handelsmerk van Hrabal. Op naar De Bib.

Bohumil Hrabal - Zwaarbewaakte treinen, Van Gennep 1990