Bij ons verschijnen er n.a.v. de herdenking van de groote
oorlog tientallen boeken over de loopgravenoorlog, zowel fictie als non fictie.
In Spanje gebeurt hetzelfde over de bewogen periode van de burgeroorlog en de
vreselijke jaren daarop tijdens de tweede wereldoorlog en de daaropvolgende
dictatuur onder Franco. De toevloed aan literaire werken over deze periode of
die zich tegen de achtergrond ervan afspelen is al een tijdje bezig en stilaan
bereiken de vertalingen onze boekhandels en bibliotheken. Het bekendst zijn de boeken van Carlos Ruiz
Zafon met De schaduw van de wind, het Spel van de Engel en De Gevangene van de
Hemel. Het laatste boek speelt zich nagenoeg volledig af in Franco’s gevangenis in Barcelona.
Pas nu, nu Spanje al even weer een democratie is, wordt het
tijdsgewricht van de terreur literair verbeeld. Voorheen leek dat moeilijk
omwille van de censuur of omdat de wonden nog niet geheeld waren. Nu de
ooggetuigen er niet meer zijn lijkt er wel ruimte om het verleden te verwerken
via de weg van de literatuur. Wonden zijn er dan ook genoeg. Het verhaal van de
periode is genoegzaam bekend: na verkiezingswinst in 1931 voor links wordt en
wordt de republiek uitgroepen. De lont van de burgeroorlog wordt aangestoken
wanneer een militaire staatsgreepgrotendeels mislukt. Vanaf dan zijn er twee
allerminst homogene blokken. Ter rechterzijde vechten monarchisten,
katholieken, nationalisten het oude militaire establishment, facistische
falangisten en de oude landadel. Ter linkerzijde republikeinen, socialisten en
communisten, gesteund door de USSR en de internationale brigades, voornamelijk
ideologische avonturiers. De rechterzijde wordt gesteund door Hitler en
Mussolini die massaal manschappen en materieel leveren. De linkerzijde valt uiteindelijk uiteen in
diverse ideologische kampen en zal het onderspit delven, waarna generaal Franco en de falangisten een brutale
en repressieve dictatuur instellen. De burgeroorlog en de repressie die erop
volgt zal naar schatting aan 800.000 mensen het leven kosten.
Antnio Munoz Molina situeert zijn roman eind 1936. De
Spaanse architect Abel Ignacio arriveert in Amerika als vluchteling/artist in
residence, zijn vrouw en kinderen achterlatend. Hij is zijn land ontvlucht
omdat de politieke toestand er steeds grimmiger werd en hij als republikeinse
toparchitect geviseerd werd door de aan de macht komende falangisten. Tijdens
de rit kijkt hij terug op zijn relatie met een Amerikaanse studente en aan de
sociale spanningen en verwarring die voorafgingen aan de uitbraak van de
Spaanse Burgeroorlog. Op het einde van het boek zal zijn geliefde als lid van
de internationale brigades naar Spanje terugkeren.
Het lot van die Brigadisten komt aan bod in de “historische
spionageroman” Winter in Madrid van CJ Sansom. De burgeroorlog is inmiddels
afgelopen. Franco is aan de macht maar de jarenlange burgeroorlog hebben de
bevolking gedemoraliseerd en het land kapot en verpauperd achtergelaten. Dat is
meteen de reden waarom Franco zijn vrienden Hitler en Mussolini niet ter hulp kan komen, hoezeer hij dat ook
zou willen. De Britse ambassadeur probeert dat hardnekkig zo te houden. Een
Britse zeeblokkade houdt Spanje arm en elke gebeurtenis die Spanje economisch
minder afhankelijk maakt van het buitenland wordt met argusogen bekeken. In die
sfeer wordt Harry Brett als oorlogsveteraan door de Britse geheime dienst
gevraagd om het vertrouwen te winnen van zijn oude schoolvriend Sandy Forsyth,
die ervan wordt verdacht louche contacten te onderhouden met de Spaanse
falangisten. Met enige tegenzin begeeft Harry zich naar het corrupte Madrid en
ontmoet daar Sandy en diens vriendin Barbara Clare. Barbara heeft haar eigen
geheim. Zij is op zoek naar haar vroeger minnaar, de charismatische Bernie
Piper, die met de Internationale Brigades vocht tegen de facisten. Hij wordt
vermist maar blijkt in een geheim concentratiekamp te zitten voor republikeinse
krijgsgevangenen. De politieke context
en een deel van de personage zijn gebaseerd op ware feiten. Het spionageverhaal
niet, maar zijn beschrijving van de geheime concentratiekampen van Franco werpt
hij zelfs nieuw historisch licht op de Spaanse burgeroorlog.
Eén van de beste boeken die ik over dit thema las, is echter De stemmen van de Pamano van Jaume Cabré. Deze complexe roman over een leraar
in een bergdorpje in de Pyreneeën speelt zich af in de periode van de jaren ‘44
tot 2002. De leraar in kwestie is een slachtoffer van zijn tijd. Het dorp waar
hij lesgeeft loopt langs een belangrijke smokkelroute voor verzetslieden. Hij
wordt ingelijfd door de Falange waardoor zowat alle dorpsbewoners hem mijden
als de pest. Zelfs zijn vrouw verlaat hem – zwanger zijnde – omwille van zijn
vermeende facistische sympathieën. Maar tegelijkertijd wordt hij gerecruteerd
door het nog sluimerende linkse verzet waar hij hand- en spandiensten aan moet
verlenen. Wanneer in 2002 iemand zijn
verborgen memoires terugvindt krijgt de geschiedenis misschien haar rechten
terug. Zijn twee rollen heeft hij amper zelf of vrijelijk gekozen. Hij rolt er
gewoon in. Cabré weeft er net als Molina ingenieus een liefdeshistorie doorheen, maar
eigenlijk gaat dit boek over moraal, over hoe aartsmoeilijk morele keuzes in
oorlogstijd zijn en hoe de geschiedenis je overkomt. Cabré schreef hiermee een
prachtboek.
Boeken:
Carlos Ruiz Zafon - De Schaduw van de Wind, Het Spel van de
Engel en De Gevangene van de Hemel, uitgegeven bij AW Bruna
CJ Sansom - Winter in
Madrid, De Fontein, 2010
Antonio Munoz Molina - De Nacht der tijden, De Geus, 2011
Jaume Cabré – De
stemmen van de Pamano, Signature, 2007
Dag Jan, Wat een fijn overzicht van Spanje-boeken. Ik las tot nu toe (met gemengde gevoelens) de Zafonreeks, en heb nu erg veel zin gekregen in het laatste boek dat je citeert. het is nu eenmaal zo gemakkelijk om vanuit het comfortabele heden te zeggen "ik zou nooit meedoen" of "ik zou me verzetten", maar in het leven van alledag ligt dat soort morele kwesties toch echt genuanceerder. Ik ben heel erg benieuwd! Bedankt voor de tip!
BeantwoordenVerwijderen